De molen De Graanhalm heeft meerdere voorgangers gehad. De oudste afbeelding waarop in Gapinge een molen te zien is dateert uit 1696, afgebeeld in De Nieuwe Cronyk van Zeeland van Matthias Smallegange . Nog steeds bepaalt de molen het dorpsgezicht van Gapinge.
De molenbiotoop lijkt in driehonderd jaar nauwelijks veranderd! 
Recent zijn de molen, de stenen duiventil (beide rijksmonument) en het varkenskot volledig gerestaureerd. Hiermee is het gehele molenerf in oude luister hersteld.
Bouwhistorie
Bekend is dat Gapinge al in 1472 een molen had. Wellicht is het deze molen die door Smallegange in zijn Cronyk van 1696 werd weergegeven. In 1864 is in Gapinge de eerste molen "De Graanhalm" gebouwd. Hiervoor werd gebruik gemaakt van materialen uit een in Zuid-Holland gesloopte wipwatermolen. Nauwelijks een jaar later ging deze molen al weer verloren. Als oorzaak worden zowel brand als storm genoemd.
Na het verloren gaan van de wipkorenmolen werd de loodwitmolen 'De Rob' uit Koog a/d Zaan door de Zaanse molenmakers de gebroeders Gras naar Gapinge overgebracht en ingericht als korenmolen. Deze molen brandde af op maandag 24 augustus 1896, 's ochtends om half acht. De eigenaar dhr. J.K.Verhulst liet in hetzelfde jaar een stenen stellingsmolen optrekken bestaande uit 120.000 stenen. De zoon van de eigenaar maalde van 1903 tot 1931. De molen werd in 1931 verkocht aan dhr. C.van der Sluijs. Hij maalde van 1931 tot 1943 en hij voorzag in 1936 de binnenroede  van het systeem Bilau.
Dhr. L.J. van der Sluijs maalde van 1943 tot 1960. Daarna werd de molen verkocht aan dhr. W.Bakker. In 1962 stopte de molen met bedrijfsmatig malen. In 1965 werd de molen buiten bedrijf gesteld, uitwendig gerestaureerd en werd het Bilau-systeem vervangen door oud Hollands hekwerk. Daarna was de molen af en toe draaiend te zien. In maart 1983 is de molen verkocht aan de familie Reijnierse. De molen heeft voor het laatst gedraaid in 1988, toen was de staat van onderhoud duidelijk minder goed en was draaien niet meer verantwoord. Bij de zware storm van 27 oktober 2002 waaide van één van de enden vrijwel al het hekwerk er af. 
Opbouw van de molen
De molen heeft een vlucht van 24,04 meter .
De hoogte van de stelleng is 4,25 meter.
De molen heeft vijf zolders Van boven naar beneden;
  1. de 'kapzolder' ook wel de 'smeerzolder' 
  2. de 'luizolder. Hier bevind zich het 'luiwerk waarmee men de zakken graan en meel kon ophijsen (luien) of laten zakken
  3. de 'steenzolder' met de maalstenen. Op de vloer ligt de 'ligger' en daarboven gaat de 'loper' rond die het graan fijn wrijft op de 'ligger'. Hier staat ook de 'steenkraan', die gebruikt wordt om de stenen te lichten als ze moeten worden gescherpt. (gebild) 
  4. de 'maalzolder'. Hier worden de zakken gevuld en gewogen en de kwaliteit van het meel, dat uit de 'meelgoten' aan de zoldering omlaag komt, gecontroleerd. Vanuit deze zolder kan men op de 'stelling' komen die rond de molen gebouwd is. Op de stelling kan men de molen 'kruien' 
  5. de 'graanzolder'. Hier worden de zakken 'maalgoed' opgeslagen. 
De begane grond wordt de 'invaart' genoemd. De wagen die het maalgoed ophaalde kon hier naar binnen rijden, waarbij het maalgoed met het luiwerk van de maalzolder op de wagen werd geladen.
In 2004 is de molen over gegaan in een stichting.
Door fondswerving en subsidie kon in 2014 begonnen worden met de restauratie. Deze restauratie werd afgerond op 28 augustus 2015 en werd de molen weer feestelijk in bedrijf gesteld.
De molen verdiende een zeer zorgvuldige restauratie met respect voor dit origineel interieur met de sfeer van de jaren zestig!
Ook het molenerf werd in authentieke staat hersteld.
Tot dit erf hoort nog een monument, namelijk een duiventil annex kippenhok. Deze dateert uit ongeveer de zelfde tijd als "De Graanhalm'.
Van een dergelijke duiventil is in Nederland geen gelijkwaardig object bekend. Duiventillen waren doorgaans van hout hetgeen tot een andere architectuur leidde.
Dit "ienemienie" monument is opgetrokken uit baksteen! De indeling is opmerkelijk in twee verdiepingen, waarbij het onderste gedeelte het kippenhok was.
In 2016 is deze unieke duiventil  gerestaureed.

“De Vlijt” na 55 jaar weer terug.

In 1965 verkaste de speelmolen “De Vlijt” van het molenerf naar de tuin van de familie Sturm. Daar zijn twee generaties met de speelmolen groot geworden en is de molen liefdevol onderhouden. Nu heeft de familie Sturm besloten om “De Vlijt” te schenken aan de stichting Korenmolen de Graanhalm en de speelmolen weer na 55 jaar terug te zetten op de oude plek op het molenerf.

 


“De Vlijt” is gemaakt door de eerste molenaar van de Graanhalm, Johannes Kornelis Verhulst. Tot in de kleinte details is het binnenwerk op schaal gemaakt en is goed te zien hoe de molen werkt. In de loop van de tijd is het oorspronkelijke binnenwerk vervangen met een motor om de wieken aan te drijven. Maar alles is bewaard gebleven en zal op den duur worden hersteld. Wie hierbij wil helpen is van harte welkom.

Een prachtige aan winst voor het molenerf en een echte blikvanger.
Veel dank aan de familie Sturm om weer een stukje historie terug te brengen.